Wetsvoorstel
1e kamer
De stappen tot een wet:
1. Voorbereiding/indiening
Nadat een maatschappelijk probleem is gesignaleerd, kan tot wetgeving worden besloten. Dit kan betekenen dat een nieuwe wet wordt gemaakt of dat een bestaande wet wordt gewijzigd.
Dit gebeurt in de 2e kamer.
De ambtenaren Maken een wetsvoorstel.
Nadat de ministerraad akkoord gaat gaat het wetsvoorstel naar de raad van state.
2. In de tweede kamer.
Het wetsvoorstel wordt vervolgens door de Tweede Kamer in handen gesteld van een commissie. Deze commissie bereidt de behandeling van het wetsvoorstel schriftelijk voor.
Nadat het wetsvoorstel voorbereid is komt er een debat plaats, alle leden kunnen dingen in het wetsvoorstel veranderen, ook de regering. Daarna nadat het wetsvoorstel naar de eerste kamer.
Vanaf nu gebeurt alles in de 1e kamer.
3. schriftelijke voorbereiding.
De drie varianten van een schriftelijke voorbereiding
1. Blanco eindverslag: Daarna word het wetsvoorstel meteen afgehandeld
2. Verslag: waarna er na het verslag een debat over het wetsvoorstel komt.
3. Voorlopig verslag: er word een voorlopig verslag uitgebracht waar vervolgens een mening en reactie op wordt gegeven.
4. Het debat
Nadat het wetsvoorstel goed is voorbereid word er gedebateerd. De eerste kamer kan het wetsvoorstel verwerpen of aannemen. Er kunnen geen wijzigingen worden aan gebracht.
Het debat bestaat uit 2 rondes. in de eerste ronde spreken de betrokken kamerleden die spreken voor hun fractie de tweede ronde is een repliek. een repliek is het antwoord van de eiser op het eerste verweer van de gedaagte. kortom het eerste antwoord van de gene die voor zijn op de mening van de gene die tegen zijn.
5. stemming
na het debat gaan ze over tot de stemming. De voorzitter stelt een stemming voor. Als niemand wil stemmen, dan word het wetsvoorstel zonder stemming aangenomen. Als een lid ernaar vraagt om het naar de volgende vergadering wordt verzet gebeurt dat. Als een of meer leden willen stemmen gaan ze staan.
6. afsluiting
De koningin/koning signeert het wetsvoorstel